Aanvraag hulpmiddelen blijkt onnodig moeilijk
Mensen met een beperking hebben recht op hulpmiddelen. Denk hierbij aan een aangepaste auto, een rolstoel of een traplift. Uit de jaarlijkse monitorrapportage van het College voor de Rechten van de Mens is gebleken dat mensen bij de aanvraag van hulpmiddelen tegen veel obstakels lopen. De grootste problemen hierbij zijn de ingewikkelde procedures, het steeds weer opnieuw moeten bewijzen dat je een beperking hebt en het gebrek aan maatwerk.
De rol van de gemeente
De gemeenten zijn de uitoerders van de Wet maatschappelijke ondersteuning. Dit betekent dat zij de aanvragen in behandeling nemen en er voor moeten zorgen dat mensen met een beperking voorzien worden (en blijven) van de hulpmiddelen die zijn nodig hebben. In november 2019 kondigde de minister van Volksgezondheid aan met afspraken te komen over het versoepelen van de aanvragen. Er zouden namelijk te veel klachten zijn over het aanvragen van hulpmiddelen en de levertijd ervan. Deze afspraken zouden volgens minister De Jonge direct leiden tot verbetering, maar niets blijkt minder waar. Uit de jaarlijkse rapportage van het College voor de Rechten van de Mense blijkt dat mensen met een beperking nog steeds tegen structurele problemen aanlopen bij de aanvraag van hulpmiddelen.
Ingewikkelde procedures
In het rapport komt naar voren dat de procedures te ingewikkeld zijn. Mensen met een beperking krijgen daarbij ook het gevoel dat zij van het kastje naar de muur worden gestuurd en er niet echt naar hun vraag geluisterd wordt. Gebrek aan maatwerk is een groot probleem. Zo kunnen mensen die verhuizen naar een andere gemeente hun hulpmiddelen nog steeds niet meenemen en hebben de geen vast contactpersoon. Een ander probleem dat veel voorkomt is dat mensen aanhoudelijk moeten bewijzen dat zij een beperking hebben om hun hulpmiddelen te mogen blijven gebruiken. Voorzitter Jacobine Geel van het College vindt dat er onderzocht moet worden of er één centraal punt kan komen waar mensen met hun aanvraag terecht kunnen. “De hulpvraag van mensen met een beperking moet altijd centraal staan. De processen moeten hier dan ook op ingesteld worden. Uiteindelijk moet het voor iedereen die een hulpmiddel nodig heeft een merkbare verbetering zijn.”
Hoe nu verder?
Het onderzoek van het College voor de Rechten van de Mens zorgt ervoor dat dit onderwerp niet zomaar opzij wordt geschoven. Zo zal de overheid de wetten moeten aanpassen en onderzoeken of er één centraal punt kan komen waar mensen met hun hulpvraag terecht kunnen. Het College geeft aan dat er een stap in de goede richting is gezet, maar dat er nu doorpakt moet worden naar een verbetering van de situatie. De wetgeving aanpassen en het beleid versoepelen zouden moeten bijdragen aan de oplossing. Daarnaast zou de doelgroep betrokken moeten worden bij het afsluiten van contracten met leveranciers en moet de overheid ervoor zorgen dat de kosten niet te veel opstapelen voor mensen die hulp nodig hebben. Een stap in de goede richting op dit gebied is de herziening van het abonnementstarief voor de Wmo. Hiervoor hebben de gemeenten een paar weken geleden een voorstel ingediend.
Loopt u tegen problemen aan bij de aanvraag van hulpmiddelen? Laat het ons weten!