Zorg voor mensen met verstandelijke beperking en gedragsstoornis te duur
Steeds meer gehandicaptenzorgorganisaties nemen het besluit om tijdelijk geen nieuwe clienten meer aan te nemen. Deze overweging is genomen omdat de zorg voor verstandelijk beperkten met een gedragsstoornis zó zwaar en duur is, dat het niet meer te behappen is. Het gevolg is dat deze mensen langer op de juiste zorg moeten wachten. De wachtlijsten groeien dan ook in rap tempo.
Het aantal mensen met een VG7-zorgindicatie was in 2022 meer dan 17.000. Ten opzichte van 2015 is dat een groei van 4.500. Deze indicatie wordt gegeven aan mensen met een verstandelijke beperking en ernstige gedragsproblemen. Zij kunnen agressief gedrag vertonen, zoals slaan of bijten, maar het kan ook zijn dat zij in zichzelf keren. Het gedrag is voor ouders en zorgverleners lastig te begrijpen. De behandeling en begeleiding voor deze mensen is dan ook zeer intensief.
Uit cijfers van de Vereniging Gehandicaptenzorg Nedeland (VGN) blijkt dat het steeds lastiger wordt om een geschikte plek te vinden. Ter illustratie: ruim 130 mensen staan op de wachtlijst (vorig jaar waren dit er 100), 46 mensen hebben accuut een plekje nodig en zeven mensen wachten al langer dan een half jaar.
Intensieve zorg
Veel mensen met een licht verstandelijke beperking hebben bijvoorbeeld ook psychiatrische problemen of een verslaving. Dit maakt dat ook deze mensen zwaardere zorg nodig hebben. Volgens het CZ Zorgkantoor zijn er zelfs zorgaanbieders die overwegen om deze groep niet meer in zorg te nemen. Een ernstige ontwikkeling, die mede in stand gehouden wordt doordat het tarief voor deze groep niet passend is en de kosten dus niet dekt.
Vanuit VGN is er gepleit voor €80 miljoen extra om de zorg overeind te houden. Theo van Uum, directeur VGM, zegt hierover het volgende: “De financiële druk op zorgaanbieders neemt toe door inflatie en energieprijzen. Het is moeilijk om het aantal plekken voor deze groep uit te breiden. Sommige aanbieders komen op één plek tienduizenden euro’s tekort. Dat valt niet meer op te vangen.”
Minister Conny Helder (Langdurige Zorg) schrijft in de meest recente Kamerbrief hierover: “Om blijvend en duurzaam passende zorg te kunnen leveren, zijn passende tarieven een randvoorwaarde voor zorgaanbieder”. De aanleiding van de Kamerbrief was het rapport van het ministerie van VWS uit 2021 dat de tarieven voor deze cliënten te laag zijn.
Lees ook: Samenwerking in Zeeuwse gehandicaptenzorg bij medische cliëntzorg
Bijsturen op korte termijn
Het vooruitzicht is dat de zorgaanbieders mogelijk pas in 2025 meer geld krijgen. Volgens belangenvereniging VGN is dit te laat, aangezien sommige zorgaanbieders nu al geen nieuew cliënten meer aannemen. “Deze mensen hebben hele intensieve zorg nodig. Als je ze langer thuis moet houden, is dat geen feest voor de ouders, broertjes en zusjes. Het is voor hen slopend.”
Het denkniveau van de cliënten is van kinderen van twee tot drie jaar en in veel gevallen hebben ze daarbij de diagnose van autisme. Prikkels kunnen daardoor niet goed verwerkt worden, waardoor de cliënten snel overstuur kunnen raken. De zwaardere zorg is ook een reden waardoor het zorgpersoneel moeilijker te behouden is. “Sommige medewerkers kiezen toch voor lichtere zorg. Om te cliënten goed te kunnen begrijpen, is continuïteit enorm belangrijk. Maar die is lastig te bieden. En vervolgens wordt het gedrag van de cliënten weer complexer en moeilijker te begrijpen.”
Echter, zorgverzekeraar CZ is er niet van overtuigd dat meer geld dé oplossing is. Dit zou namelijk ook niet zorgen dat het personeelstekort opgelost wordt. Er wordt gezocht naar manieren om cliënten eerder zorg te bieden en ook meer thuis te helpen.